“Kom vanavond met verhalen en herhaal ze telkenmale”.

“Kom vanavond met verhalen en herhaal ze telkenmale”.

Aan bovengenoemde dichtregel van Leo Vroman moet ik denken als ik terugloop over het smalle paadje langs de Commewijne rivier naar het hoofdgebouw op Frederiksdorp in Suriname. Terug van een bezoek aan het “verhalenmuseum Noord-Commewijne”. Het is een mooi ingericht en informatief huis, vol met opgetekende verhalen van inwoners van de streek, dus van Bakkie tot Braamspunt, maar voornamelijk uit de dorpen Margaretha, Alliance, Rust en Werk. Een verhaal uit de mond van Vidya Bandhoe. Ze vertelt over het land van haar opa en oma, waar ze als kind naar toe ging met de hele familie om er op het land te werken, maar ook om te spelen met de
andere 9 kinderen uit het gezin.

“ We gingen padie en urdi planten en er stonden heel veel fruitbomen. We bleven de hele dag en een van ons bleef thuis om te koken, dan werd het eten gebracht en gingen we met z’n allen eten en drinken. We namen ook hangmatten mee om een
dutje te doen. Of we gingen met de boot varen en vissen. Die tijd was echt leuk. Nu is het anders, bijna alle kreken zijn dichtgegroeid en er is weinig vis. Niemand plant meer padie of urdi. De mensen kopen alles in de stad. Alleen de oudjes planten nog wat groente. De meeste mannen leven van de visvangst of ze werken in de stad.  En als ze niet werken zitten ze voor de winkel. De vrouwen blijven thuis. Er zijn bijna geen vrouwen die werken. Ze zorgen voor de kinderen en voor het eten. Ik niet, ik plant peper, kousenband en snijbonen, ik heb ook kippen en ik werk op plantage Frederiksdorp.  Ik ben getrouwd en ik heb twee zonen een van 11 en een van 14 jaar. Ik wil geen tien kinderen, ik zou nog wel graag een meisje
willen.
Er wonen hier Javanen en Hindoestanen. We leven gewoon samen er is geen verschil. We leven volgens onze eigen leefstijl. Ik hou ook van feesten. Er zijn twee grote feesten in het dorp. Wij Javanen vieren het Bodofeest dat is na de vastenmaand. De Hindoestanen vieren Phagwa. Ik heb 15 jaar in de stad gewoond maar ik ben nu weer terug op Margaretha. Hier ben ik geboren en hier wil ik zijn.

In Rotterdam staat sinds 10 jaar het Verhalenhuis Belvédère, samen met Bram mijn echtgenoot, ben ik daar lid van “de bende van de zwarte hand“. In Belvédère komen de verhalen samen van vele bevolkingsgroepen zoals uit Syrië, China, Indonesië, Oost Europa en ook uit Suriname. Door middel van exposities, kookshops en presentaties, worden de verhalen zichtbaar. Rotterdammers zelf vertellen er de verhalen over hun eigen stad en haar geschiedenis. Ook mijn verhaal over het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 staat daar opgetekend. Ik was 4 jaar en mijn leven hing toen aan een heel dun draadje.

Dankbaar voor mijn leven zit ik een poosje op de steiger bij Frederiksdorp en kijk uit over de Commewijne rivier.
In dit land leven sterke vrouwen als Vidya, die zich staande houden in moeilijke omstandigheden. Mooi dat ik
haar verhaal mocht lezen en doorgeven.

Lenie Mulder