Verslag van de stage van Stefanie Bruggeling bij kinderhuis Prasoro

27-2-2018
Wederwaardigheden van een stagiaire

“Juf ik wil mijn koekje NU!” En dan sta je recht tegenover een kind met een stoel in de hand die dreigt de stoel te gooien als hij zijn koekje niet nu krijgt.. wat doe je dan? Ik dacht stug vol te houden aan mijn afspraak: eerst de les daarna je koekje. Helaas pindakaas: de verkeerde keus. Er zijn gelukkig geen stoelen gegooid, maar mijn les was totaal uiteen gevallen.

In de drie weken dat ik in les geef aan de kinderen in het kinderhuis Prasoro in Suriname heb ik naar mijn idee meer geleerd dan in mijn vier jaar opleiding als docent muziek. Je krijgt hier te maken met verschillende soorten kinderen: de ene is snel afgeleid, de andere praat constant door je heen omdat hij/zij zo enthousiast is, de andere wil niet meedoen, de andere heeft een kort lontje en is constant boos etc. In een gemiddelde klas in Nederland zou je hier 1 á 2 kinderen van hebben, in een kinderhuis zijn dat meer dan de helft. Je komt constant als docent met je mond vol tanden te staan: welke keuze ga ik maken? Maak ik nu wel de juiste keuze? Na de lessen ben je nog aan het na malen over hoe het ging en hoe je het de volgende dag beter kunt gaan aanpakken. Maar als je dan ziet dat de overuren in je hersenen daadwerkelijk resultaat leveren, maakt dat je heel gelukkig.

In het begin heb ik een set van regels opgesteld voor mijzelf en de kinderen: je wacht voor de deur in een rij, ik geef je hand en zeg dat ik het fijn vindt dat je er bent, je gaat in de kring zitten en wacht totdat iedereen binnen is. Als we dan ons welkomstlied hebben gezongen herhalen we de regels: je blijft stil zitten, je steekt je vinger op als je iets wilt vragen, je praat niet door de juf of iemand anders heen en slaan is al helemaal een no go. Daarna benoemen we kort wat we gaan doen vandaag. Tijdens de les ben je constant bezig met het herinneren van de regels: “Alveraldo, je praat door mij heen, dat is niet de afspraak”. Maar je complimenteert ze ook om de kleinste dingen: “Vickey, wat fijn dat je stil zit!”. Aan het einde bekijken we of we ons doel hebben behaald, iedereen krijgt een compliment, we zingen ons afscheidslied en dan gaan we een voor een de deur uit door middel van een high-five, box of knuffel. Een les vol afwisseling waarbij je stem na een uurtje compleet moe is. Maar als je dan ziet dat ze na drie weken netjes voor de deur wachten en niet meer op tafels en stoelen springen terwijl je heel even naar beneden loopt, is dat het resultaat van volharding en continuïteit.

17-03-2018
Nog 4 weken te gaan en dan gaan de kinderen van het kinderhuis Prasoro shinen

En toen werd ik onzeker. Onderneem ik wel de juiste stappen, ben ik wel een goede docent, kan ik dit wel, vinden ze het wel leuk? De onzekerheid ontstond doordat ik naast muziekles nu ook volledige theater- en danslessen ging geven. De eerste vier weken heb ik de kinderen namelijk opgedeeld in drie leeftijdsgroepen waarbij ik een soort oriëntatie cursus gaf in alle drie de disciplines. Om aan de slag te gaan met de voorstelling, moesten de kinderen nu een keuze maken om zich voor één discipline in te schrijven. Dit betekent dat de leeftijdsgroepen worden opgedeeld in nieuwe groepen en gaan werken aan één discipline. De “oriëntatie cursussen” bestonden voornamelijk uit korte spelletjes met veel afwisselingen. Nu bestaat een theaterles uit een volledige scene met tekst, iets wat de kinderen nog nooit eerder hebben gedaan..
En dit was te merken, want hoe pak ik dit aan? Mijn eerste lessen als dans- en theaterdocent liepen dan ook volledig in de soep. Negatieve gedachten namen de overhand en beïnvloedden mijn handelen. Ik stond onzeker voor de groep, ik wist niet wat ik moest doen. Deze onzekerheid kreeg ik van de klas terug. Het ‘leuke’ is namelijk dat de klas je gedrag spiegelt. Dit uitte zich in kinderen die niet meer wilden, niet meer kwamen opdagen of ruzie maakte over wie bij hen in de groep zat. In plaats van zoeken naar oplossingen ging ik mezelf volledig afkraken. Ik had mijn dieptepunt bereikt toen er uiteindelijk van de 9 kinderen nog maar 2 in de les zaten.
Nee dit kon zo niet langer. “Wat is dit nou! Niet zo negatief! Zo ken ik je helemaal niet.. Je doet toch wat je kunt?” Deze woorden deden me inderdaad beseffen dat ik deed wat ik kon. Ik was er klaar mee, één hele week hadden de negatieve gedachten me in bezit gehad. Nu wilde ik weer helder kunnen denken.
Ik ging zoeken naar oplossingen, ik moest het namelijk echt zelf doen. Geen stagebegeleider die hier in mijn lessen kon kijken en tips kon geven. Ik ben alle situaties nagegaan en ben gaan reflecteren: waar is het mis gegaan, hoe kon dit gebeuren en wat ga ik er aan doen om het te verbeteren? Positief, stimulerend en enthousiast, dat is hoe ik als docent wil zijn.
In plaats van waarschuwingen te geven en kinderen uit de klas te sturen werk ik nu met een beloningssysteem. Om de nieuwe groepen een veilige omgeving te bieden, leren we elkaar beter kennen door middel van het vragen potje. En om te zorgen dat ze bewust zijn van hun handelen reflecteren we nu de les aan de hand van een evaluatieposter. Ja, dit werkt en dit is hoe ik ben als docent.
Ondertussen heb ik samen met de kinderen een heel script geschreven, iets wat ik nog nooit had gedaan. Het mooiste is dat ik alleen maar de kaders en bouwstenen heb aangeboden en verder de kinderen alles zelf hebben bedacht: zelf gekozen liederen waarop ze dansen en rappen en zelfgekozen teksten die ze gebruiken in de scene. Het is echt hun ding, en dat merk je want ze zijn enthousiast! Waar gaan we optreden juf? Welke kleding mogen we aan juf? Kunnen we de rap nog een keer doen juf?
Nog 4 weken te gaan en dan gaan de kinderen van het kinderhuis Prasoro shinen in de voorstelling: Het stille meisje.

16-04-2018
De voorstellingen

Ik kijk op mijn horloge: 16:30u, nog maar een half uur!? Ik denk dat ik zenuwachtiger ben dan alle 22 kinderen bij elkaar, want die zitten nog lekker te baden en zich klaar te maken. Ik ren zoals gewoonlijk alle 5 de huizen af om de kinderen te melden dat ik nu toch echt wil beginnen en krijg zoals altijd het antwoord: ja ik kom zo. De vraag hoelang duurt zo, stel ik geeneens meer want ik weet dat als ik nu weg loop ik ze niet op tijd ga zien. Dus ik wacht netjes bij de deur en blijf roepen dat ik wil beginnen. 16:50u: Na 3 keer alle huizen af te hebben gelopen heb ik alle kinderen eindelijk bij elkaar. Okay tijd voor een groepsfoto! Een laatste spel om de focus te houden en ze wat los te maken en we gaan beginnen. Ik heet iedereen welkom en probeer dit zo professioneel mogelijk te doen, maar ik merk toch stiekem dat mijn adem erg hoog zit. Na een hartelijk applaus kan ik even op adem komen. Dit was het, de derde en tevens laatste voorstelling gaat van start. Ik ga op mijn plek zitten om mijn rol als verteller te vervullen. Nu kan ik niet meer terug.. Na 30 minuten kijk ik vol trots naar de kinderen. De zenuwen op het begin van de avond lijken nu mijlen ver weg. Het is ze gelukt!
De afgelopen week begon met stress gedachten: er moet nog te veel gebeuren, dit kan toch nooit in één week tijd en wat als ze opeens niet meer willen? Zoals ik deze maanden al vaker met zulke gedachten had gezeten, wist ik van mezelf dat ik niet moest denken wat er mis kon gaan maar hoe ik dit kon oplossen. Eigenlijk was de oplossing dit keer vrij simpel: Voeg alles samen, en het plaatje is compleet. Waar ik aan het begin van de eerste week maximaal gestrest was, was ik nu voor de eerste voorstelling compleet ‘zen’: Ik had vertrouwen in de kinderen en wist dat het ging slagen omdat het echt hun ding was. En ja hoor dit bleek. Na de voorstelling kreeg ik van een van de tieners (de backstagemanager) te horen dat het zaterdag nog beter moest, want dan zouden belangrijke mensen komen kijken en moest het perfect zijn.
Als ik terug kijk op de afgelopen drie maanden heb ik gelachen, maar ook gehuild. Ik heb het ervaren als een pittige stage, maar ga weg met een voldaan gevoel. Of de uiteindelijke voorstelling perfect was kan ik niet zeggen, ik zou nog zoveel dingen willen doen en toevoegen. Ja dit ben ik en zo zal ik blijven en dat is goed, want dat betekend dat ik altijd zal blijven leren en zal vechten om het beste uit mezelf te halen. Ik hoop dan ook dat deze ervaring een stap in de toekomst is op weg naar mijn ‘roeping’ om kinderen uit een mindere situatie te mogen helpen met mijn passie. Wie weet waar ik over een paar jaar ben..

Stefanie Bruggeling,
afstudeerstage conservatorium docent muziek