In de week van 2 oktober 2017 zijn wij vertrokken naar Suriname om stage te gaan lopen in Brownsweg.
De eerste dagen hebben we alle indrukken op ons af laten komen. De indrukken van het mooie hotel waar we de eerste nachten verbleven om bij te komen van de reis, de cultuur waarin wachten heel normaal is, de lange autoritten, het lekkere eten, de natuur maar vooral ook de warmte. Na een paar dagen wennen zijn we vol goede moed naar het binnenland vertrokken. Het zou een rit van ongeveer 3 uur zijn vanuit de stad. Met ‘de stad’ wordt hier altijd Paramaribo bedoeld, aangezien het de enige stad is in heel Suriname. In de bus hadden we het er nog over dat we niet goed wisten wat te verwachten aangezien er niet veel foto’s over Brownsweg te vinden zijn. Toen we thuis onze nieuwe woonplaats: ‘Ganzee’ googleden kwam ik erachter dat het een ‘verdronken dorp in het Brokopondodistrict van Suriname’ was dat ontruimd is in 1965 vanwege de aanleg van het stuwmeer. Gelukkig bleek bij aankomst dat onze nieuwe woonplaats Nieuw Ganzee heette en het een transmigratiedrop is, een dorp ter vervanging van Ganzee dus. Nieuw Ganzee ligt vlakbij Brownsweg, waar onze stage zou plaatsvinden.
Ons nieuwe huis in Nieuw Ganzee bleek een fantastisch plekje te zijn. Het was er erg schoon, we hadden een slaapkamer, een keukentje, badkamer en boven alles een hele lieve buurvrouw. Die lieve buurvrouw heeft ons alles vertelt, uitgelegd en gezorgd dat ons niks te kort kwam. Zo heeft zij er ook voor gezorgd dat we de volgende ochtend met de kinderen mee naar school (stage) konden lopen. Daar hebben we kennis mogen maken met de directeur, de leerkrachten en natuurlijk de kinderen. Het schoolgebouw was compleet anders dan wij gewend zijn in Nederland. De lokalen hebben geen ramen maar gaas. De school is in een U-vorm gebouwd, wat resulteert in het feit dat de gangen dus buiten zijn. Na een dag op ‘de gang’, buiten in de volle zon dus, met leerlingen gelezen te hebben kregen we een eigen lokaal. Hier hebben we best een beetje om moeten zeuren maar werken in de volle hete zon met zoveel ruis van andere kinderen om ons heen vonden wij geen doen. Ons eigen lokaal was een niet afgemaakte ruimte zonder schoolbord, meubilair en gelegde vloer. Desondanks waren we er heel erg blij mee en hebben we er van alles aangedaan om het er gezellig te maken.
In dit lokaal hebben we kinderen met een extra hulpvraag uitgenodigd om met ons te werken. Wij hebben de eerste week besteed aan het peilen van het niveau van deze kinderen om vervolgens hard met hen aan de slag te gaan. We hebben kinderen geholpen met rekenen, taal, lezen maar vooral ook op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling. Dat laatste is namelijk erg belangrijk voor nu en in de toekomst. Kinderen zijn niet zo gewend om veel complimenten te krijgen en horen vaker wat verkeerd gaat dan goed. Het was ontzettend bijzonder om hier verschil in te mogen maken. We hebben de kinderen verschillende (coöperatieve) werkvormen aangeboden. Voor de kinderen was dit erg interessant. Ook hebben wij de leerkrachten ondersteuning geboden bij de iPadlessen.
Na school kwamen de kinderen vaak bij ons eigen huisje nog langs om hulp te krijgen bij hun huiswerk, spelletjes te spelen, te dansen, zelf geplukt fruit te brengen of om gewoon even te kletsen. Verder hebben buren voor ons gekookt en hebben we verschillende feestdagen mee mogen maken die wij thuis niet eens kenden. Marrondag bijvoorbeeld. We hebben hier écht deel mogen uitmaken van de bijzondere cultuur van Marrons. Helaas hebben we afgelopen vrijdag alweer afscheid van de kids moeten nemen. Onze tijd zit er hier in Brownsweg op. Zij hebben ons heel erg lief toegezongen en bedankt. Wij gaan het binnenland, met alles wat daarbij komt kijken, heel erg missen. Tot onze eigen verbazing, zijn wij namelijk veel liever in het binnenland dan in de stad!
Amanda van Diermen en Anne-Riek Geels