In februari bezochten wij, Marianne Rutgers en Joleen Caljouw, vrijwilligers voor Kansrijk Suriname, voor het eerst sinds corona Suriname weer.
Al in februari zegden we toe een blog te schrijven over onze ervaringen in het binnenland. Nu komt het er pas van.
Tot voor kort waren er in het binnenland van Suriname geen scholen voor voortgezet onderwijs. In een aantal dorpen langs de Surinamerivier zijn lagere scholen en er “rijdt” een schoolboot naar dorpen die geen eigen school hebben.
Voor voortgezet onderwijs moest je naar de stad (= Paramaribo).
Kansrijk Suriname onderzocht de afgelopen jaren de mogelijkheden om mulo-onderwijs in het binnenland te realiseren. Door de verkiezingen in Suriname en de daarmee gepaard gaande wisseling van de wacht en daarna corona, stond het project even stil.
Wat waren we verrast toen we het afgelopen jaar hoorden dat er sinds twee jaar 6 VOJ scholen in het binnenland zijn. (VOJ staat voor Voortgezet Onderwijs Junioren. Dat is Mulo en Lager Beroepsonderwijs. De scholen hebben nu twee klassen: het 9e en 10e leerjaar.)
Imro Leidsman, die wij hebben leren kennen als hoofd van de school in Gujaba, heeft hier al jaren voor gepleit en wonder boven wonder is het in de coronatijd van de grond gekomen. Hij is nu met pensioen maar moest voor de overheid op inspectie, want natuurlijk zijn er kinderziekten.
We vroegen of we mee mochten, en dat mocht!
Als eerste gingen we naar Ligorio, een dorpje ver de Surinamerivier op, nog een uur varen voorbij de splitsing in Gran Rio en Pikien Rio, 8 uur varen in een korjaal vanaf Atjoni waar de weg ophoudt.
Zo ver waren we nog nooit geweest.
De tocht was geweldig en spectaculair. We passeerden een aantal sula’s (stroomversnellingen), die behendig werden bevaren. Vanwege de hoge waterstand kon de boot er overheen zonder dat we uit hoefden te stappen. Bijna aan het eind, bij de Gran Dan (Grote Dam) kwam er een grote waterval. We moesten de korjaal achterlaten, tegen de waterval in omhoog klimmen en daar weer met een andere korjaal verder varen.
De school was gehuisvest in twee kleine lokaaltjes. Het was treurig om te ontdekken dat er voor de 17 enthousiaste leerlingen hoegenaamd geen leermiddelen voorhanden waren: een haveloos schoolbord, geen schriften en pennen (behalve een klein voorraadje dat Imro meebracht) en lesmateriaal alleen digitaal, daar moesten ze het mee doen. Computers zijn er niet, dus moest de lesstof gelezen worden op een mobiele telefoon, die lang niet iedere leerling heeft.
Een printer om de lesboeken uit te printen was daar dus hard nodig. Het hoofd van de school vroeg ons dan ook meteen of Kansrijk Suriname die niet kon sponsoren.
Zover kwam het niet eens……
Toen wij, terug in Paramaribo, een medewerker van Alembo spraken, het bedrijf in Paramaribo dat ons vaker steunt, en dit vertelden, bood men aan een laserprinter plus inkt en een groot pakket papier te doneren aan deze school.
Twee medewerkers gingen in de paasvakantie mee met Imro om de printer te brengen en te installeren. We kregen een dankbare mail van de leerkrachten. Hulde aan Alembo!
De terugweg deden we in kleinere etappes. De scholen en huizen van de leerkrachten die we zagen waren er niet veel beter aan toe. Daar kwam bij dat het heel veel regende. Eigenlijk is dat niet gebruikelijk in deze tijd van het jaar. Vroeger kon je de klok gelijk zetten op de komst van regen-en droge tijd maar de laatste jaren is dat helemaal veranderd en regent het meer en vaker.
Niettemin hebben we genoten van de tocht en we hopen van harte dat de evaluatie van het VOJ project goed zal uitpakken en het onderwijs uitgebreid wordt met vakonderwijs.
Marianne Rutgers en Joleen Caljouw