DAT IS NOG EENS EEN MAN! Een stukje cultuur.

18-03-2015

DSC07625 Onze gids in het binnenland  is 32 jaar en heeft vijf kinderen bij drie vrouwen. Hij glundert als hij het vertelt. “En ik zorg goed voor hun allemaal”, zegt hij. Een paar dagen later drinken we een markoesa aan de Waterkant in Paramaribo. Naast ons zit een grote, Surinaamse man aan een tafeltje. Hij begint een gesprek met ons. Hij heeft twee broers in Rotterdam wonen en een zus in Apeldoorn. Dan vraagt hij hoeveel kinderen we hebben. “Twee”, melden we. Het maakt geen indruk. Hij heeft negen kinderen. Vijf bij zijn vrouw en vier bij zijn buitenvrouw. Hij is er trots op. Het aantal kinderen toont dat hij een echte, viriele man is.  Polygamie is in het binnenland van Suriname, onder de marrons aan de Surinamerivier een volkomen geaccepteerd en geïncorporeerd deel van de cultuur.  Een man mag meer vrouwen hebben, mits hij elk voorziet van een huis, een korjaal en een kostgrondje. Op dat laatste worden groenten verbouwd. Het verblijf bij elk der vrouwen is gereguleerd, evenals andere rechten en verplichtingen. De marrons zijn de rechtstreekse afstammelingen van gevluchte slaven, die dorpen bouwden aan de rivieren in het binnenland, buiten het bereik van hun voormalige meesters. Ze zijn trots op hun onafhankelijkheid en hebben hun Afrikaanse cultuur stevig bewaard. Zulke erfenissen, of delen ervan, leven lang voort, ook als onder invloed van veel factoren de oorspronkelijke dorpsstructuur doorbroken wordt. Het is daarom ook helemaal niet gek om als vrouw kinderen van verschillende mannen te hebben. Wat dit met ons werk te maken heeft? Wij zijn er niet om de cultuur te veranderen. Maar binnen elke cultuur zijn er mensen die te weinig kansen krijgen, door veranderingen in die cultuur, omdat ze tussen wal en schip terecht komen of omdat de omstandigheden gewoon niet gunstig voor ze zijn. Die kinderen en die volwassenen proberen we zicht te geven op een betere toekomst, binnen hun eigen cultuur. Want daarin liggen hun kracht en waardigheid, hun mogelijkheden en hun zelfvertrouwen.

Willem Wanrooij.